Zoek de hondshaai!
Wie zit er niet graag in een brasserie aan de kust om zonder gewetensproblemen van heerlijke Belgische kost te smullen met uitzicht op zee? Juist. Maar zo eenvoudig blijkt dat helaas niet.
De dijk van Oostende baadt in de zachte lentezon. In de verte rollen de golven zachtjes het strand op. Ik kijk uit over dit tafereel, neus in de lucht. De zilte zeewind komt aanwaaien en vermengt zich met de heerlijke geuren van de tafeltjes rondom. Ik zit op een terras vol dagjestoeristen zoals ikzelf, die smullen van verse garnaalkroketten of zalm met bearnaisesaus.
Wat ik zie en ruik, staat echter in schril contrast met wat ik hoor. De kalme doch verontrustende stem van Paul Watson, een van de oprichters van Greenpeace, in de podcast Eat for the Planet vertelt over de impact van de exponentieel groeiende wereldbevolking op het milieu, en meer bepaald op onze zeeën en oceanen. Hoewel de stem me ongemakkelijk doet schuiven op mijn metalen brasseriestoel, klinkt de boodschap als de logica zelve. Steeds meer mensen eten vis, machinaal gevangen op grote schaal, uit steeds legere wateren. Reken daar nog de klimaatopwarming en vervuiling bij, en de uitkomst is desastreus. Wetenschappers voorspellen angstaanjagend specifiek dat in 2048 het ecosysteem van onze oceanen volledig zal imploderen. “En”, vervolgt de stem kalm maar resoluut, “als de oceanen sterven, sterft de mensheid. Want 80 procent van de zuurstof op onze planeet wordt geproduceerd door plankton.”
Seizoensgebonden vis
Het alarmerende verhaal wordt onderbroken door een dienster die me een menukaart aanreikt. “Onze dagschotel is gebakken kabeljauwfilet in botersaus.” Twijfel. Ik ben geen vegetariër, dus ik zou me in theorie op die smakelijke kabeljauwfilet kunnen werpen. Maar er wringt iets. De schaarse keuze aan vegetarische opties noopt me tot het bestellen van een povere croque monsieur. “Zonder hesp, alstublieft.”
Onze Belgische gastronomie draait rond dierlijke producten: stoofvlees, vol-au-vent, mosselen... Maar hoe lang blijft dat realistisch? En hoe kan er een gastronomische cultuurshift ontstaan richting duurzame keuken, als de enige vegetarische opties op onze menukaarten bestaan uit tomatensoep (zonder balletjes) en spaghetti bolognese (zonder gehakt)? Experimenteren met rijke smaken uit andere, meer plantaardige keukens levert een stuk aanlokkelijkere schotels op, zoals chili sin carne met pompoen of een tikka-massalaburger met raita. Vertrouwde Belgische recepten veganiseren kan natuurlijk ook.
Specifiek aan de kust zijn er nog andere strategieën, zo bewijst het project NorthSeaChefs. Duurzaamheid betekent voor hen niet dat je geen vis meer eet, wel dat je lokale, seizoensgebonden vis eet. “Bij 1 kilo tong heb je zo’n 40 kilogram bijvangst”, legt oprichter Filip Claeys uit. “Lekkere, wilde vissen van bij ons, maar minder bekend: Schotse schar of hondshaai. Absurd dat we die vissen niet op ons bord willen, maar wel overgeconsumeerde kabeljauw aankopen uit andere streken.”
Duurzame mainstream
Stel dat een restaurant minder bekende vissen op het menu zet, staat de consument dan ook open voor zo’n stukje hondshaai? Duurzaamheidsexpert Steven Desair van Eatmosphere legt een cruciale factor bloot: “Chef-koks kunnen bewust en duurzaam koken voor een nichepubliek, dat er geld aan wil en kan geven. Maar brasseries lopen tegen een economische grens aan. Vaak hebben ze een uitgebreide kaart voor een breed publiek, vol klassiekers tegen een lage prijs. We moeten dat systeem in vraag durven te stellen. Is het echt nodig om zoveel schotels aan te bieden? Moet dat via één grote distributeur of kunnen ze via lokale boeren werken? Welke toegankelijke veggieschotels kunnen op het menu? Want het is net dat brede publiek dat duurzame voeding aangeboden moet krijgen. Het zou mainstream moeten worden.”
Voorlopig is het dat dus nog niet. Na mijn croque trakteer ik mezelf op een cappuccino. “Met plantaardige melk graag.” Het gezicht van de dienster betrekt. “Plantaardig?” Ze houdt haar hoofd wat schuin en lijkt te proberen in te schatten of ik echt geloof dat melk aan de bomen groeit. Met licht open mond staart ze me aan.
En ik haar. Als twee verbaasde vissen.
(De Morgen, 2022)