Barbies tegen homohaat
Machteloos. Zo voelde ik me na de moord op David Polfliet. Regenboogkaders werden rond profielfoto’s geplaatst. Het catfishingbeleid van Grindr werd in vraag gesteld. Wel Jong Niet Hetero lanceerde een online petitie, die ik tekende en deelde. Maar het voelde ontoereikend. Wat kon ik als individu doen tegen bekrompenheid en homohaat?
Tijdens het avondeten vertelde mijn vijfjarige dochter dat ze wilde trouwen met een jongen uit haar klas. ‘Eigenlijk wil ik met Louise trouwen,’ vervolgde ze pruilend, ‘maar dat kan niet, want dat is een meisje.’ Zulke kleine momenten maken het verschil. We kunnen de tijd niet terugdraaien, we kunnen David niet redden, maar we kunnen wel proberen bij te dragen aan een open-minded samenleving. Wit, hetero en mannelijk hoeft niet de norm te zijn waarmee onze kinderen opgroeien.
Kleurpotloden en papier kwamen op tafel. Tijd voor een lesje seksuele geaardheid van juf moeder. Ik tekende een jongen en een meisje, met een hartje ertussen. Daarna een jongen en een jongen. Een meisje en een meisje. Dat vond de kleuter maar vreemd. Ook toen ik haar erop wees dat haar tante al jaren een relatie heeft met een vrouw, zag ik haar fronsen. Zo had ze het nog nooit bekeken. Waren dat niet gewoon vriendinnen dan? Pas toen ik twee barbies een wit kleed aantrok en voorstelde om hen te huwen, begon ze het hele verhaal interessant te vinden. ‘Oh ja leuk, en ze gaan samenwonen in het Frozen-kasteel!’
Natuurlijk verlegt een barbie-verhaal geen grote steen in de rivier van lgbt+-rechten. En toch is het belangrijk. Op papier kunnen holebi’s in België gelijke rechten hebben, maar dat volstaat niet. De moord op David zit ingebed in een homofoob gedachtegoed dat zich op dagelijkse basis uit in kleine interacties. Pesterijen op het werk, vuile blikken op straat, ijzige afkeur op een familiefeest. Iedereen is mee verantwoordelijk voor de maatschappelijke mentaliteit rond seksuele geaardheid. De reactie die we geven wanneer een vriend zich out, kan een groot verschil maken. Hoe we kijken naar een vrouwelijk koppel op straat. Of welke verhalen we vertellen over liefde aan onze kinderen.
Die avond koos ik voor eentje over een prinses in een toren, die gered werd door een ridder. Toen die zijn helm afzette om haar te zoenen, bleek het een vrouw te zijn. En ze leefden nog lang en gelukkig. (Voorleestip: Toermalijn van Davide Cali.) Met enige opluchting zag ik dat mijn kleuter het idee van die twee verliefde vrouwen toch leek te aanvaarden.
Net voor ik haar nachtlampje uitknipte, trok ze aan mijn mouw. ‘Maar mama,’ fronste ze opnieuw, ‘kunnen twee meisjes dan ook samen kindjes krijgen?’ Zo. Het onderwerp voor het volgende lesuur van juf moeder ligt al vast.
(De Standaard, 2021)